Gisteren ben ik met de kinderen naar Baltimore geweest en heb er het volgende verslag met foto's over geschreven (ook te lezen op mijn blog):
De kinderen en ik hadden vandaag besloten naar het aquarium in Baltimore te gaan. Nu ben ik daar vorig jaar nog met een gaste geweest, maar voor Kai (bijna 13) en Saskia (9) is het jaren geleden en ze herinnerden zich er dan ook helemaal niets van.
Baltimore ligt, met goed verkeer, op ongeveer een uur rijden hiervandaan. Het is de dichtstbijzijnde "echte" Amerikaanse stad, met billboards (tot Saskia's vreugde, die vind Washington maar saai, want hier zijn ze verboden) en wolkenkrabbers. Het is de grootste stad in Maryland, maar niet de hoofdstad, zoals zovelen denken, die eer is aan Annapolis.
Na wat geld gepind te hebben reden we de Washington Beltway, I-495, op. Al gauw reden we over de American Legion Bridge, die over de Potomac rivier, de grens tussen de twee staten, leidt, Maryland in.
Nou is het over de grens gaan van een staat naar de andere natuurlijk lang niet hetzelfde als van een land naar het andere, maar er zijn toch waarneembare verschillen. Op de snelweg is dat vooral de kleur van de politieauto's, die vandaag zeker geld moesten ophalen, want we zagen er een heel stel met zwaailichten en "slachtoffer auto's". In Maryland zijn die bruin en vallen echt helemaal niet op voor het te laat is! Oppassen met de snelheid, dus.
Op I-95, waar we inmiddels beland waren zonder enig oponthoud, wat een klein wonder is, is de maximum snelheid 65 mijl per uur. Ik reed met het verkeer mee in de linkerbaan (waar geen vrachtwagens mogen, mijn favoriet, dus) en dat ging toch wel 10 tot 15 mijl over die snelheid. Maar ja, iedereen deed het, dus vrolijk trapte ik mijn gaspedaaltje nog wat verder in.
Nu denkt natuurlijk iedereen, dat ik gesnapt ben door zo'n lelijke bruine wagen, maar nee hoor, na een uurtje bereikten we zonder kleerscheuren Baltimore. Het is mooi om vanuit het zuiden de stad te benaderen, want je komt van de top van een heuvel en hebt perfect uitzicht op het centrum van de stad.
Als ik heel eerlijk ben vind ik Baltimore leuker dan Philadelphia. De binnenhaven is heel leuk met een overdekt
winkelcentrum, vele restaurantjes, allerlei schepen, die bezocht kunnen worden en natuurlijk het
National Aquarium. Verder is er in de rest van de stad van alles te beleven en heeft de stad ook een rijke geschiedenis.
Natuurlijk is deze stad bij toeristen veel minder bekend, hoewel je dat aan de drukte bij het aquarium niet zou denken! We vonden een parkeerplaats in de enorme garage (8 verdiepingen!) naast het aquarium, waar we voor $15 parkeerden.
Er stond helemaal geen rij bij de kaartjesverkoop, dus ik had goede hoop, dat het niet zo druk zou zijn. Maar ik had buiten de enorme bussen met schoolreiskinderen gerekend. Hierdoor was het moeilijk ongestoord de aquaria te bekijken, vooral voor Saskia, die toch nog wel klein is.
Bij binnenkomst zagen we een enorm basin met gigantische roggen en een schildpad met drie poten. Scuba duikers waren de dieren net aan het voeren, erg leuk.
Met een roltrap gingen we naar boven en het thema van de eerste verdieping was "Maryland: van de bergen naar de zee", daar waren watervallen uit de bergen met hun waterleven nagemaakt, zowel als rivier- en kustwaterleven. Een verdieping hoger konden we zien hoe vissen en andere waterdieren zich aan hun omgeving aanpassen en op de derde verdieping waren de tropische vissen te zien. Door een draaideur kwamen we vervolgens in het tropische regenwoud terecht, met prachtig gekleurde vogels en allerlei interessante waterdieren.
Op de weg naar beneden, waar we de dolfijnenshow gingen bekijken, werden we omringd door een gigantisch aquarium met allerlei soorten haaien. Prachtig vonden de kinderen het! Het aquarium wordt op het moment enorm uitgebreid, waardoor bepaalde gedeeltes dicht waren. Als de uitbreiding klaar is zal het echt enorm indrukwekkend zijn, want dat is het nu al!

De kinderen genoten van de dolfijnenshow, die ik vorig jaar ook al had gezien. De dolfijnen Chesapeake en Shiloh deden enorm hun best en er waren ook wat nieuwe dingen, zoals een van de trainers, die in het water met de dolfijnen werkte. Alleen die show al was het toegangskaartje waard. Saskia besloot spontaan, dat ze later dolfijnentrainster wil worden. De show is heel educatief opgezet, dus ik voelde me goed over het feit, dat de kinderen onbewust nog iets leerden ook.
Na de show was het lunchtijd en onze magen (die van mij tenminste) rammelden. Recht tegenover het aquarium is een hele rij met restaurants, o.a.
Hard Rock Cafe en de keuze van de kinderen:
ESPN Zone. We konden meteen een tafeltje krijgen en de bediening was ook erg goed.
Zo goed, dat we een paar keer twee serveerders kregen. Blijkbaar was een van hen in training, want ik kreeg mijn iced tea bijna warm geserveerd, waarna de ander duizend excuses makend kwam vragen of ik er wat ijs in wilde. De thee was lekker sterk, iets wat bij andere restaurants nogal eens mankeert.
We verorberden al de buffalo chicken wings met smaak en mijn tomaat en verse mozzarella salade met verschillende groentes was ook erg goed. Veel beter, dan de salades bij Hard Rock Cafe.
Saskia en Kai wilden graag hun spelletjes gaan spelen, maar ik had nog een excursie op het programma staan en beloofde hen een keer speciaal voor de spelletjes naar ESPN Zone in Washington te gaan (zucht!).